stap 1: een gesprek met het slachtoffer
  • Vraag algemene informatie, geen details over wat er juist gebeurd is.
  • Vraag naar de beleving en gevoelens van het slachtoffer.
  • Leg de aanpak uit, leg daarbij de nadruk op het niet-bestraffende aspect, vraag toestemming.
  • Bespreek samen de namen om de groep samen te stellen.
  • Vraag wat je WEL of NIET mag vertellen over de belevingen van het slachtoffer.
  • Vraag eventueel naar een verhaal of een tekening over het gevoel van het slachtoffer.
  • Geef aan dat je steeds bereikbaar bent voor het slachtoffer.
stap 2: een groep wordt samengeroepen
  • Een groep wordt samengesteld bestaande uit de pesters, meelopers, vrienden en/of positief ingestelde jongeren.
  • Het slachtoffer is niet aanwezig bij deze bijeenkomst. Dit kan de probleemoplossende aanpak bemoeilijken.
stap 3: leg het probleem uit
  • Vertel de groep dat je een probleem hebt.
  • Gebruik eventueel het verhaal of de tekening van het slachtoffer.
  • Praat niet over details van gebeurtenissen.
  • Beschuldig niemand.
  • Maak duidelijk dat er een probleem is dat moet opgelost worden.
stap 4: deel de verantwoordelijkheid
  • Zeg duidelijk dat er niemand in de problemen zit of gestraft wordt.
  • Elk groepslid kan bijdragen aan de oplossing. De groepsleden hebben het meeste contact met het doelwit en dus de beste kansen om het pesten te stoppen.
stap 5: vraag naar de ideeën van elk groepslid
  • Aanvaard alle positieve voorstellen (niets doen is ook een positief voorstel!).
  • Vraag om de voorstellen concreet te maken, ‘Hoe ga je dat doen?’
  • Heb aandacht voor ‘ik-taal’, wees niet tevreden met algemene uitspraken.
  • De intenties kunnen opgeschreven worden.
stap 6: laat het aan hen over
  • Leg de verantwoordelijkheid bij de groep, zij alleen kunnen het probleem oplossen.
  • Bedank hen en geef hen duidelijk vertrouwen.
  • Vertel dat je hen na een week individueel wil spreken (blijf bereikbaar).
stap 7: spreek hen opnieuw
  • Laat elk lid afzonderlijk vertellen over zijn of haar bijdrage.
  • Gebruik de kernvragen: hoe is het nu, is het gestopt, ben je tevreden, … ?
  • Indien het slachtoffer niet helemaal tevreden is kan de procedure herhaald worden.